1. Elk lid heeft het recht tijdens een algemene vergadering het woord te voeren en zijn stem uit te brengen over de op de agenda geplaatste onderwerpen.
2. De leden van de organen van de SCE en de houders van effecten, met uitzondering van aandelen, en obligaties in de zin van artikel 64, alsmede, indien de statuten zulks toestaan, alle andere personen die volgens de wetgeving van de lidstaat waar de SCE haar statutaire zetel heeft daartoe gemachtigd zijn, kunnen de algemene vergadering bijwonen zonder stemrecht.
3. Stemgerechtigden hebben het recht zich op de in de statuten bepaalde wijze op de algemene vergadering te doen vertegenwoordigen door een gemachtigde.
In de statuten wordt het maximumaantal volmachten vastgesteld dat een gemachtigde kan ontvangen.
4. De statuten kunnen toestaan dat per brief of elektronisch wordt gestemd en bepalen op welke wijze dit wordt geregeld.